(Basis)vaardigheden, coaching en begeleiding
Leerlingen hebben een persoonlijke mentor. Die is het eerste aanspreekpunt op school. Samen met de mentor bespreken de leerlingen hoe het op school gaat, hun persoonlijke doelen en hoe zij die het beste kunnen behalen. De mentor helpt ook bij het maken van een planning en bij het maken van keuzes. Iedere leerling ziet de mentor meerdere malen per week.
De leerling is verantwoordelijk voor de voortgang van het eigen leerproces. De vakdocent geeft hierbij begeleiding. Die is voornamelijk gericht op groei in zelfstandigheid. De docenten geven feedback op het leerproces, houden de voortgang van de ontwikkeling in de gaten, verzorgen instructie, toetsen de stof en bespreken met de leerling hoe het gaat. Leerlingen ontdekken zo zelf of de gevolgde werkwijze het gewenste resultaat oplevert en/of bijstelling van hun aanpak nodig is.
Leerplan
In de begeleiding vanuit de mentor staat het leerplan centraal. Dat leerplan stellen de leerlingen zelf op. Bij de start van elke periode formuleren leerlingen via de Elektronische Leeromgeving (ELO, op het Maaswaal College werken wij met itslearning) een leerdoel. Om samen tot een goed plan te komen, gaat de mentor hierover met de leerling in gesprek. Tijdens de driehoeksgesprekken, tussen de leerling, ouder(s)/verzorger(s) en de mentor, is dit plan ook het uitgangspunt van het gesprek. Deze aanpak draagt bij aan een actieve rol van leerlingen (en ouders) in de ontwikkeling van de leerling.
Mentorlessen
In de mentorlessen is specifiek aandacht voor:
- studievaardigheden: Leren plannen, agenda gebruiken en ‘leren leren’
- sociale vaardigheden: Omgaan met elkaar, met gezag, met kritiek en met social media
- groepsvorming
- coachingsgesprekken
- ondersteuning: Bijvoorbeeld bij studie- en beroepskeuze
Zo ontdekken leerlingen welke competenties (kennis, vaardigheden, houding) in welke beroepen en bij welke studies noodzakelijk zijn. Tijdens de oriëntatie- en verdiepingslessen bekijken vakdocenten in welke mate de leerlingen beschikken over de startcompetenties. Zo nodig werken de leerlingen gericht aan verbetering van hun houding, kennis en vaardigheden.
Vaardigheden
Wij stimuleren onze leerlingen tot het ontwikkelen van vaardigheden, zoals:
- goede taak-werkhouding
- zelfstandig werken
- plannen en organiseren
- keuzes maken
- samenwerken
- presenteren
- reflecteren
- ICT-vaardigheden
- rekenvaardigheden
- taalvaardigheden
- burgerschapsvaardigheden
Basisvaardigheden
Basisvaardigheden zijn essentiële kwaliteiten die leerlingen nodig hebben voor hun verdere opleiding, loopbaan en deelname aan de samenleving. Dit gaat vooral om taal (leesvaardigheid, schrijven, mondelinge communicatie), rekenen/wiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap. Door deze vaardigheden te versterken, bereiden wij leerlingen beter voor op hun toekomst en vergroten wij de kansengelijkheid.
We ondersteunen leerlingen met remediërende lessen en hebben aandacht voor taalgericht lesgeven in alle vakken. We maken elke lesdag tijd om te lezen, stimuleren een eenduidige manier van rekenen en stimuleren burgerschap in bijvoorbeeld het vak Wereldburgerschap. Als Unesco-school integreren we thema’s als vrede, duurzaamheid en mensenrechten in onze lessen. We besteden actief aandacht aan mondiale vraagstukken.